Reactie werkgroep op verslag 10-minutengesprekken

Beste buurtgenoten,

Een aantal buurtgenoten heeft eind vorig jaar meegedaan aan de 10-minutengesprekken over het potentiële nieuwbouwproject aan de Jan van Galenstraat en van Ginnekenlaan. Op 5 maart is er eindelijk een kort verslag (2 pagina’s) gedeeld met degenen die hebben deelgenomen aan deze gesprekken.

Dit onderzoek is door Blauw uitgevoerd in opdracht van, en gefinancierd door, de initiatiefnemer (Kerckebosch). Met andere woorden, door een partij met andere belangen dan die van ons, de omwonenden. Ook al staat er ook een aantal goede dingen in het verslag, wij zien, als werkgroep ook zeker terug dat de auteurs zich niet geheel hebben kunnen ontworstelen aan deze belangenverstrengeling.

De toon en algehele tendens in dit verslag liggen niet in lijn met de resultaten uit de enquête en de geluiden die wij op andere wijze uit de buurt hebben ontvangen (ook over de gesprekken zelf). En dat is vreemd, gezien deelnemers uit dezelfde buurt komen. Het idee hier lijkt vooral te zijn geweest om een positief plaatje over het project en traject te schetsen, in plaats van een accurate weergave te geven van de gesprekken met de buurtbewoners. Wij zullen hieronder een aantal voorbeelden geven.

Wij denken dan ook dat dit verslag het beste met een korreltje zout genomen kan worden. Het staat vol met positieve termen, zonder onderbouwing, de stevige bezwaren uit de buurt worden slechts benoemd als aandachtspunten en er wordt, wat ons betreft onterecht, gepoogd de enquête waaraan de buurt zo massaal mee heeft gedaan als legitimatie te gebruiken.

Met vriendelijke groet,
De werkgroep nieuwbouw

Voorbeelden van onvolkomenheden in het verslag

  1. Het verslag noemt de respons op het onderzoek door Blauw enorm (ruim 50) maar vermeldt niet dat onze enquête veel meer respondenten had (139). De nu gekozen formulering wekt de suggestie dat de respons van beide onderzoeken van vergelijkbare orde was. Gezien het feit dat de respons op de enquête bijna 3x zo groot was is het ook moeilijk vol te houden dat de respons bij de gesprekken met Blauw enorm was.
  2. Het verslag verwijst naar de enquête waar de buurt met velen aan mee hebben gedaan. De uitkomsten van deze enquête worden als bevestiging gepresenteerd van de uitkomsten van de gesprekken gevoerd door Blauw. Dit is natuurlijk slechts de mening van de initiatiefnemer, maar deze mening wordt als feit gepresenteerd. Er zitten echter wel een aantal flink aantal verschillen in, en zeker ook in de manier waarop de bevindingen worden beschreven.
  3. In het verslag wordt over de supermarkt geconstateerd: “De geplande omvang was niet tijdens alle gesprekken bekend”. Er wordt vakkundig verzwegen wat hiervan de oorzaak was: De initiatiefnemer heeft verzuimd om deze informatie, op enige wijze, voorafgaand op de 1e ronde gesprekken aan de deelnemers (30 van de 50 in totaal) beschikbaar te stellen. Een aantal mensen met vragen kreeg in het gesprek zelfs te horen dat het een (kleine) buurtsuper zou zijn! Nu wordt de oorzaak in het midden gelaten waardoor de onoplettende lezer helaas, volkomen onterecht, zou kunnen denken dat een deel van de deelnemers zich niet goed had voorbereid.
  4. De toon en algehele uitstraling van dit verslag liggen niet in lijn met de resultaten uit de enquête en de geluiden die wij op andere wijze uit de buurt hebben ontvangen (ook over de gesprekken zelf). We kunnen ons echter moeilijk voorstellen dat Blauw zulke andere dingen gehoord heeft dan dat er is ingevuld in de enquête, en vragen ons af of er dan selectief geshopt is in onze reacties om meer instemming vanuit de buurt te suggereren dan dat er daadwerkelijk is en vooral aandacht te richten op de ‘kansen’ tot verandering die de initiatiefnemer zelf wel ziet zitten.
      1. Zo wordt er bijvoorbeeld dezelfde hoeveelheid ruimte ingezet voor de zorgen als de kansen die de buurt ziet in het project zelf.
      2. Dit is ook terug te zien in het gelijkschakelen van alle zorgen en bezwaren die er in de buurt leven. In het verslag wordt geen verschil gemaakt tussen zorgen die in grote en die in mindere mate leven, waardoor het voor de lezer niet duidelijk is wat prioriteit zou moeten hebben in verder werk.
      3. Serieuze bezwaren worden slechts genoemd als aandachtspunten en één van de grootste bezwaren die naar voren komt uit de enquête: het enorme formaat van de supermarkt in de plannen, komt onder het kopje ‘ik ga ontwerpen en ik neem mee’ niet eens terug.
      4. Het in het verslag genoemde vertrouwen van de buurt dat het plan goed ingepast kan worden is een conclusie die niet consistent is met wat er uit de enquête is gekomen. Gezien het aantal zorgen dat is geuit, en het aantal wijzigingen dat is gesuggereerd in de open tekstvelden van de enquête voorziet de buurt juist geen goede inpassing van het plan waarvoor nu een schetsontwerp wordt gemaakt.
      5. In het verslag worden ook veel positieve termen gebruikt (vertrouwen in de inpassing in de buurt, positieve of prettige gesprekken ) waarbij de onderbouwing mist, en hier ook weer consequent de mening van de initiatiefnemer als feit wordt gepresenteerd.
      6. Het verslag beschrijft dat de buurt veel heil zou zien in het opknappen van de achterzijde van het pand en een verbetering van een ontmoetingsplek in de openbare ruimte. Hier wordt echter niet bij gemeld dat de sterke vergroting van het commercieel oppervlak een groot deel van de huidige openbare ruimte zal opslokken voor bebouwing, en er slechts een restje overblijft voor publieke functie.